Monumenten in Noord Holland

R. Stenvert en C. Kolman (2006)

Gepubliceerd op 02-01-2020

Remises Gemeentetram in Amsterdam

betekenis & definitie

In 1900 werd de A.O.M. door de stad Amsterdam overgenomen als Gemeentetram (sinds 1943 Gemeentevervoerbedrijf) en in 1900-'06 volgde de ombouw en elektrificatie van de tramlijnen. In 1901-'02 kwam de eerste hoofdremise Tollensstraat 60/Bellamystraat 1 tot stand (uitgebreid 1914; werkplaats van 1932 tot 1996).

Dit forse gebouw bestaat uit enkele ‘zaagtandvormig’ verspringende tramhallen en een hoger dienstgebouw in rationalistische vormen.De tweede remise aan de Nieuwe Achtergracht is inmiddels verdwenen. In 1914 nam men de derde hoofdremise Havenstraat 18-26 in gebruik (uitgebreid 1924 met werkplaats, vergroot 1932). Op het terrein (Vlietstraat) staat nog een in functionalistische vormen uitgevoerd wisselwachtershuisje op betonnen voet (1954-'55, D. Slebos). In 1927 ontwierp de Dienst Publieke Werken (D.P.W.) bij de Lekstraat de hoofdremise Kromme Mijdrechtstraat 25/Amsteldijk 153, een eenrichting tramremise met sobere expressionistische details (vergroot 1930). Deze remise was toen de grootste van Europa.

In expressionistische stijl ontwierp P.L. Marnette (D.P.W.) het voorm. Gemeentetramkantoor (Stadhouderskade 1; 1922-'23), een drielaags gebouw met hoekpaviljoens en beeldhouwwerk (H. Krop), en het nabijgelegen voorm. Bureau Verkeerswezen (Overtoom 37-43; 1923-'24) met een aan de zijden ‘omkrullende’ gevel en een granieten basement met twee doorritten.

< >