Gepubliceerd op 22-06-2017

Emoties

betekenis & definitie

Aan een baby kun je niet goed zien hoe hij zich voelt. Een baby krijgt bij zijn geboorte het vermogen mee om alle emoties te hebben die er zijn. In het eerste jaar worden al die emoties langzaamaan zichtbaar in een bepaalde volgorde.

Een van de eerste emoties die je bij een baby kunt waarnemen, is belangstelling tonen als er aandacht aan hem wordt gegeven. Een baby reageert heel duidelijk als iemand tegen hem praat of hem aanraakt. Hij begint ook al snel te glimlachen als hij iemand ziet. Hij kan ook al vroeg laten merken dat hij een afkeer heeft van bepaald voedsel. Een heel jonge baby kan ook al schrikken van harde geluiden of fel licht en dat laten merken door een plotselinge beweging van armpjes en beentjes of door huilen. Als een baby drie tot vier maanden oud is, kan hij laten merken dat hij heel boos is of verrast of verdrietig. Weer een paar maanden later ontstaat de angst om alleen gelaten te worden. Vanaf een maand of zeven kan een baby al een uitdrukking van zelfbewustzijn laten zien dat gelijk opgaat met verlegenheid en eenkennigheid. Die emoties worden heel goed zichtbaar als er opeens een onbekend iemand de kamer in loopt. De baby schrikt ervan en gaat huilen of draait zijn hoofd weg en wil zich aan zijn vader of moeder vastklampen.

Hoe vreemd het ook klinkt, een baby kan zich ook schamen, bijvoorbeeld als hij wordt uitgelachen. Hij kan dan schaamtevol zijn hoofdje wegdraaien.

Het kunnen tonen van emoties is belangrijk omdat ouders daardoor te weten kunnen komen hoe hun baby zich voelt, ook al kan hij dat zelf nog niet uitleggen. Het zijn vormen van lichaamstaal.

Emoties zijn lastig

Mensen hebben emoties. Daardoor zijn ze bijvoorbeeld in staat om bij gevaar uit angst of woede veel sneller te reageren dan in normale omstandigheden en bijvoorbeeld hard weg te lopen. Als iemand in gevaar komt, dan gebeurt er iets in de hersenen waardoor diegene extra alert wordt en het lichaam zich instelt om bijvoorbeeld hard weg te lopen of te vechten. In geval van gevaar zijn emoties dus van levensbelang.

Er zijn ook emoties die mensen niet tot actie aanzetten, maar er juist voor zorgen dat iemand helemaal niets meer doet. Verdriet kan zo'n emotie zijn. Je kunt zo droevig zijn, datje nergens meer zin in hebt, zelfs niet in eten. In dit geval is het al veel moei- lijker om te begrijpen wat het nut van die emotie is.

Je zou kunnen zeggen dat als je met de dood wordt geconfronteerd, je zelf ook een beetje dood gaat. Als je iets verliest wat je lief is, dan betekent dit dat iets wat je had er niet meer is. Doordat je zelf ook een beetje doodgaat, dus minder bedrijvig bent dan anders, heb je de gelegenheid om het verlies te verwerken en te wennen aan het leven zonder diegene of datgene watje liefhad.

Met andere woorden: elke emotie heeft zowel een positieve als een negatieve kant. Woedend worden omdat iets je niet lukt, kan ervoor zorgen datje meer energie krijgt om datgene wel voor elkaar te krijgen. Maar woede kan ook zo heftig zijn dat je iets kapot gaat maken of een ander gaat slaan. Het is heel goed voor kinderen om ze te leren met hun emoties om te gaan, omdat ze er dan vooral ook voordeel van kunnen hebben.

Een kind weet vanzelf hoe hij met zijn emoties moet omgaan. Kinderen moeten leren omgaan met emoties. Je moet ze deels leren beheersen, maar niet zo dat het in je eigen nadeel is. Ook bij emoties is het een kwestie van het juiste evenwicht.

Als ietsje niet lukt, brengt dat een emotie teweeg. Je kunt boos worden, gaan huilen of schreeuwen, uit frustratie en onmacht gaan slaan, weglopen, iemand uitschelden of lachen om jezelf of gaan dansen van plezier. Een klein kind zal zijn boosheid maar ook zijn vrolijkheid vaak uitdrukken met zijn hele lichaam. Hij laat zich bijvoorbeeld stampend en krijsend op de grond vallen om aan te geven dat hij zich vreselijk gefrustreerd voelt. Of hij gaat door het huis rennen als hij ergens heel erg blij over is. Er zijn ook kinderen die alleen heel hard gaan gillen als ze iets verboden wordt of als iets niet lukt waar ze mee bezig zijn. Sommige kinderen hebben de neiging om te gaan slaan als ze boos zijn.

De gevoelens van boosheid en onmacht zijn heel begrijpelijk. Alleen de manier waarop een kind zich uit, kan een bezwaar zijn. Slaan doet pijn en mag dus niet. Iets kapot gooien wat waardevol is mag ook niet. Kinderen leren omgaan met tegenslag is noodzakelijk voor een evenwichtige ontwikkeling. Een kind moet uiteindelijk leren om zich later zonder hulp van ouders te kunnen redden, ook als dingen niet gaan zoals hij zou willen.

Het uiten van emoties is in alle culturen gelijk. Niet ieder mens reageert even emotioneel en niet alle mensen laten hun gevoelens op dezelfde manier zien. Je temperament bepaalt ook hoe je je emoties laat zien. De manier waarop je emoties toont wil nog niets zeggen over wat je voelt. Maar er zijn mensen die nooit in paniek raken en anderen raken bij het minste of geringste juist al in paniek. Er zijn mensen die nooit huilen en anderen die de hele dag lopen te snotteren. Ook de cultuur waaruit je voorkomt en het land waarin je bent opgegroeid bepalen mede hoe je op situaties reageert. In. Engeland bijvoorbeeld is men over het algemeen niet gewend om zijn emoties te tonen, maar een. Nederlander vindt het heel gewoon dat hij zegt dat hij baalt. Een. Italiaan is over het algemeen heel uitgesproken in het tonen van emoties. Voor een groot deel is de manier waarop mensen hun gevoelens tonen ook aangeleerd.