Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

Gepubliceerd op 08-10-2020

kak

betekenis & definitie

1. kouwe drukte: Kom knul ... maak niet zo’n kak. Is dit genoeg? P.

Paul 93;2. kak hebben aan, lak hebben aan: Aan hem mot je kak hebben. Zo gauw als ie wat aan de koters gelegen laat gelegen liggen, heeft ie recht om zijn waffel open te doen, SMIS2 130.