Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

Gepubliceerd op 08-10-2020

kaasjager

betekenis & definitie

1. mes, zakmes, scheermes: Trek je koasjoager en staut d’r de ribbe deur! QUERIDO I, 17;

2. naam van commissaris Kaasjager, berucht geworden door zijn op 20 oktober 1954 gelanceerde plan om een deel van de Amsterdamse grachten te dempen ten behoeve van het autoverkeer.

< >