Adolf Hitler en andere prominente nazi's geloofden dat de steden Archangelsk en Astrachan de grens moesten gaan vormen tussen het grote Duitse rijk en het restant van de verzwakte Sovjet-Unie.
In bezet Rusland zouden de Duitsers een soort middeleeuwse feodale samenleving inrichten met de Russen als lijfeigenen ter beschikking van de nieuwe Duitse kolonisten, terwijl het gebied ten oosten ervan een soort 'reservaat' zou zijn voor de overgebleven Russen en andere Slaven, waar ze landbouw konden bedrijven en 'met pijl-en-boog' op jacht konden gaan.
Ook speelde men korte tijd met het idee de joden naar Rusland of Siberië te deporteren.
Het grondgebied ten oosten van de AA-lijn werd als nutteloos beschouwd.
Echter, de Duitsers beslisten later de grens te verleggen tot achter de Oeral naar de Jenisej in het midden van Siberië.
De nazi's zouden de overige Slaven naar het gebied achter de Oeral sturen en dus uit Europa laten verdwijnen.