natuurlijke of door de mens gegraven, lijnvormige laagte waarlangs water wordt getransporteerd. Rivieren en beken zijn natuurlijke waterlopen, waarin echter veelal veranderingen zijn aangebracht door de mens.
Kanalen, sloten en greppels zijn door de mens gegraven waterlopen. Waterlopen vormen het transportmiddel ten behoeve van de waterbeheersing in een gebied. De vorm en afmetingen van de waterlopen zijn met de helling van de waterspiegel de belangrijkste factoren die de transportcapaciteit bepalen. Voor het handhaven van de transportcapaciteit is onderhoud nodig. Bij sloten is het b.v. noodzakelijk de plantengroei periodiek te verwijderen. Door de vergroting van de transportcapaciteit en door de aanleg van nieuwe waterlopen worden gebieden beter ontwaterd en bruikbaar voor de mens.
Natte gebieden worden b.v. droger, waardoor o.a. de plantengroei kan veranderen. Dit ontwaterend effect treedt ook op door een verlaging van het waterpeil in de waterloop. (Afb. p. 498)
