infectieziekte veroorzaakt door de parasiet Toxoplasma gondii. Dit micro-organisme kan ieder warmbloedig dier infecteren, maar heeft een kat(achtig dier) nodig om zich voort te planten.
In de kat produceert de parasiet eieren die in de ontlasting terechtkomen. Bij andere dieren bevinden zich Toxoplasma-larven in de spieren. De mens wordt besmet door contact met ontlasting van een besmette kat, of door het eten van rauw vlees dat larven bevat. Bij zwangerschap kan ook het ongeboren kind besmet worden, zelfs als de vrouw geen klachten heeft. Het kind heeft dan aangeboren toxoplasmose.De besmetting kan bij volwassenen zonder symptomen verlopen, maar kan ook ernstige ziekteverschijnselen veroorzaken (b.v. vermindering van het gezichtsvermogen). Infectie tijdens de zwangerschap kan een miskraam tot gevolg hebben. Wordt het kind levend geboren, dan kunnen de verschijnselen meteen heel ernstig zijn, maar het komt ook voor dat zij zich in de loop van een aantal maanden ontwikkelen (zoals geelzucht, huiduitslag, hersenbeschadiging en blindheid).
Er bestaan geneesmiddelen die de parasiet doden als deze zich aan het vermenigvuldigen is. Ingenestelde parasieten kan men echter niet bestrijden. Soms heeft een behandeling met een laserstraal succes bij oogaandoeningen.
Zandbakken en tuinen waar katten vaak hun ontlasting deponeren, vormen een potentiële haard van infectie. Toch moet men de betekenis van de kat bij het overbrengen van de parasiet niet overschatten.
