Gepubliceerd op 01-12-2020

rampenplan

betekenis & definitie

organisatieplan waarin in algemene zin is aangegeven hoe in geval van een ramp of een dreigende ramp gehandeld dient te worden, om tot een doelmatige bestrijding van de ramp en de gevolgen daarvan te komen. Rampenplannen worden opgesteld door gemeenten en door bedrijven.

De regels betreffende het vaststellen van gemeentelijke rampenplannen zijn in Nederland vastgelegd in de Wet rampenplannen van 21.5.1981 (Stb. 384). Een rampenplan van de gemeente bevat een overzicht van de soorten rampen die de gemeente kunnen bedreigen, de organisaties, diensten enz. die bij de rampenbestrijding worden betrokken en een schema voor de leiding en coördinatie van de bestrijding van de ramp. Verder bevat het plan richtlijnen voor het waarschuwen van de bevolking, een schema voor de eventuele evacuatie van de bevolking en hoe opvang en verzorging van slachtoffers moet plaatsvinden. Het rampenplan is openbaar. De rampenplannen van naastgelegen gemeenten worden door Gedeputeerde Staten op elkaar afgestemd.

Naast het rampenplan kent men het rampbestrijdingsplan dat speciaal is toegesneden op een ramp die naar plaats, aard en gevolgen voorzienbaar is. De commissaris der koningin kan een burgemeester verplichten voor een bepaalde situatie een rampbestrijdingsplan op te stellen. Hij beslist ook of nadere voorzieningen nodig zijn. Een rampbestrijdingsplan is niet openbaar.

In de gehele organisatie van de rampbestrijding, zowel in oorlogsals in vredestijd, speelde de Organisatie Bescherming Burgerbevolking (BB) een belangrijke rol. Sinds medio 1980 is de minister van Binnenlandse Zaken bezig de rampbestrijding op een andere leest te schoeien. In de nieuwe organisatie krijgt de brandweer een centrale operationele plaats; de bestuurlijke leiding ligt in handen van de burgemeester. Voor de geneeskundige verzorging en het transport van gewonden worden de Gemeentelijke en Geneeskundige Diensten, de Centrale Ambulance Posten en het Rode Kruis ingeschakeld. Milieu-instanties houden zich vrijwel niet bezig met uitvoerende taken bij de rampbestrijding. Hun hoofdtaak bestaat uit het nemen van preventieve maatregelen, b.v. door het vergunningenbeleid.

Zoals het er nu voorstaat zijn de diverse milieudiensten in Nederland er niet op berekend dat zij bij een ramp de verspreiding van gevaarlijke stoffen en straling meten. De BB heeft daarvoor een aparte dienst die over veel meetapparatuur beschikt. In de nieuwe structuur is deze taak toegedacht aan het Korps Mobiele Colonnes. In dit opzicht is de uitvoering van de Seveso-richtlijn van de EG in de Ned. wetgeving van groot belang. Daarin wordt de informatieplicht van bedrijven vastgelegd en tevens de plicht van de overheid iets met die gegevens te doen, b.v. in rampbestrijdingsplannen.

In België ontbreekt er een systematische rampenplanning. Voor branden in gebouwen, gebouwencomplexen of installaties waar zeer grote gevaren bestaan, dient de burgemeester van de betrokken gemeente volgens het KB van 21.10.1978 interventieplannen te laten opstellen. De interventie bij werkelijke rampen wordt geregeld door de kaderwet van 31.12.1963 en bijbehorende KB’S. Bij rampen worden de brandweerdiensten verzorgd door de civiele bescherming. De coördinatie van rampen die zich tot het gebied van een provincie beperken, is in handen van de provinciegouverneur. Hij is ook verantwoordelijk voor het opstellen van een provinciaal Organisatieplan voor Hulpverlening (0H-plan).

Bij rampen die de provinciegrenzen overschrijden, is de minister van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk voor de coördinatie. De minister dient tevens de nationale OH-plannen op te stellen. Een OH-plan is een vooraf opgemaakt organisatieschema dat beantwoordt aan bepaalde omstandigheden en dat snelle inzet van de hulpverleningsmiddelen alsmede de coördinatie ervan mogelijk maakt.