Gepubliceerd op 01-12-2020

massabeweging

betekenis & definitie

verplaatsing van gesteentemassa’s onder invloed van de zwaartekracht. De verplaatsingssnelheid kan variëren van het zeer langzame, niet direct waarneembare kruipen tot het snelle donderende geweld van lawines.

Of en in welke vorm massabewegingen optreden hangt vooral af van de steilte van de helling en de interne weerstand van het materiaal; deze laatste factor wordt m.n. bepaald door vochtgehalte, structuur, textuur, aanwezigheid van organisch materiaal en de mineralogische samenstelling. Bij zeer steile hellingen of rotswanden kan er sprake zijn van bergstortingen. Is er sneeuw bij betrokken, dan spreekt men van lawines, die geregeld catastrofale gevolgen hebben. Om het lawinegevaar te beperken plaatst men hekken, vooral op die plaatsen waar lawines beginnen. Ook bossen geven goede bescherming tegen lawines. Bij aardverschuivingen is er sprake van beweging langs een glijvlak.Een zeer langzame vorm van massabeweging wordt aangeduid met de term creep (kruipen). Door de zeer geringe snelheid is de beweging niet direct waar te nemen. Wel is creep te herkennen aan op den duur scheefstaande hekken en palen en bomen met knikken in de onderstam. Creep veroorzaakt barsten in het wegdek. Wanneer het materiaal met water is verzadigd, spreekt men van modderstromen. Vaak gaan deze na mechanische schokken plotseling vloeien.

De snelheid kan wel tot ca. 10 km per uur oplopen en vervolgens afnemen tot enkele tientallen meters per uur alvorens tot stilstand te komen. Modderstromen komen ook voor in stortbergen bij mijnen. Vanwege het relatief geringe reliëf in Nederland en Laag-België spelen bovengenoemde processen daar alleen incidenteel een rol.

Een heel ander type massabeweging is de verzakking, waarbij nauwelijks sprake is van een horizontale beweging. Een in Nederland en West-België veel voorkomende vorm van verzakking is klink: het dalen van het oppervlak door volumevermindering van het materiaal. Klink treedt vooral op bij veen- en kleigronden en wordt versterkt door natuurlijke of kunstmatige ontwatering. Zo daalde de bodem in de IJpolders 150 cm in 75 jaar.

In de provincie Groningen treedt verzakking op ten gevolge van de aardgaswinning. Door drukafname van het in zandsteen aanwezige aardgas treedt volumevermindering op, met als gevolg bodemdaling. Deze daling zal uiteindelijk een schotelvormig reliëf opleveren, met als maximale daling ca. 1 m over 75 jaar. Hierdoor zal de waterhuishouding ernstig worden verstoord: de maatregelen die er dan moeten worden genomen, komen voor rekening van de maatschappij die het gas wint.