Gepubliceerd op 01-12-2020

kolonisatie

betekenis & definitie

in ecologische zin het bevolken of bevolkt raken van een aanvankelijk onbewoond gebied. Het kolonisatieproces kan men van twee kanten bekijken: vanuit het koloniserend organisme of vanuit het gebied.

Vanuit het organisme gezien onderscheidt men in het kolonisatieproces drie fasen:1. migratie (waarbij de verspreidingsmogelijkheden van de soort bepalen of en wanneer een barrière voor de verspreiding genomen kan worden);
2. vestiging van het geïmmigreerde individu (accepteren van en overleven op de nieuwe vestigingsplaats);
3. vestiging als nieuwe populatie (reproduktie en uitbreiding op de nieuwe vestigingsplaats).

Eigenlijk is er voortdurend en overal sprake van kolonisatie: overal en voortdurend verandert het milieu en zullen organismen (vaak de nakomelingen van reeds gevestigde individuen) een nieuw plekje moeten vinden.

Dit proces is meestal bij een reeds bewoond gebied vrij moeilijk na te gaan. Hoewel het soms zeer spectaculair kan verlopen en aanleiding geven tot plagen (b.v. de kolonisatie van Australië door konijnen en cactussen, die van de vs door spreeuwen en allerlei Europese onkruiden).

Bij een nieuw ontstaan milieu (zoals een droogvallende polder, een vulkanisch eiland, of — op kleiner schaal — een plas, een kale plek in het gras of een koeievla) kan men de kolonisatie beter volgen. Het blijkt dat er verschillende fasen van evenwicht zijn te onderscheiden: 1. de eerste kolonisatie kan zo snel gaan, dat er nog geen sprake is van interactie tussen de binnenkomende soorten; 2. in de tweede fase kan de soortenrijkdom door concurrentie en predatie teruglopen; 3. daarna komt er een fase van successie, waarbij nieuw komende soorten eerdere kolonisten vervangen en de soortendiversiteit weer toeneemt (deze fase kan zeer lang duren); 4. tenslotte kunnen door evolutie speciale aanpassingen ontstaan aan de situatie. In alle gevallen zal er sprake zijn van evenwicht tussen uitstervende en immigrerende soorten, en van verband tussen aantal soorten en de grootte en de mate van isolatie van het gebied.

Met het toenemen van de milieuveranderingen (afgravingen, opspuitingen, ruilverkavelingen, wegenaanleg enz.) kan kennis van kolonisatieprocessen dienstig zijn om te beslissen of men het proces een handje moet helpen of op zijn beloop moet laten.