in België gebruikelijke benaming voor de vergunningen die voorzien zijn in het ARAB en die te vergelijken zijn met de Ned. hinderwetvergunningen (→ Hinderwet). De in het Reglement voorkomende inrichtingen mogen niet opgericht, veranderd of verplaatst worden zonder een vergunning van de bevoegde overheid.
De exploitatievergunning van eerste klasse is verplicht voor de grote en middelgrote inrichtingen en wordt afgeleverd door de Bestendige Deputatie van de Provincie waar de hinderlijke inrichting zal worden uitgebaat, na advies van diverse gespecialiseerde ambtenaren en diensten. De vergunning wordt voor maximaal 30 jaar gegeven.
De exploitatievergunning van tweede klasse is verplicht voor de kleinere inrichtingen, wordt afgeleverd door het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente waar de hinderlijke inrichting zal worden geëxploiteerd, na advies van gespecialiseerde ambtenaren of diensten. Daarnaast bestaan er bijzondere procedures voor hinderlijke inrichtingen die geëxploiteerd worden door de staat en voor tijdelijke inrichtingen. Militaire installaties vallen buiten de werkingssfeer (decreet 8-10 juli 1971).
In de exploitatievergunning worden de exploitatie- of vergunningsvoorwaarden vastgelegd voor iedere hinderlijke inrichting afzonderlijk (er wordt echter veel gebruik gemaakt van typevoorwaarden).
De bevoegde overheid kan steeds de exploitatievoorwaarden wijzigen. Als de exploitant de voorwaarden niet nakomt kan de vergunning steeds geschorst of ingetrokken worden door de overheid die ze afleverde. Het toezicht berust bij de burgemeester en technische ambtenaren.
