Gepubliceerd op 01-12-2020

explosie

betekenis & definitie

ontploffing. Men onderscheidt fysische en chemische explosies.

Een fysische explosie doet zich voor als een vat barst waarin zich een vloeistof bevindt die (ver) boven zijn atmosferisch kookpunt verhit is (d.w.z. zich in een toestand van verhoogde druk bevindt, waardoor het kookpunt sterk verhoogd is). Bij het barsten van het vat komt de vloeistof in omstandigheden waar atmosferische druk heerst; daardoor gaat de gehele hoeveelheid vloeistof in een klap (in fracties van seconden) over in damp, wat gepaard gaat met een grote volumetoename (een factor 22,4). Er vormt zich dus een snel uitdijende dampwolk. Dergelijke explosies kunnen optreden bij b.v. stoomketels of tanks met vloeibaar chloor.

Een chemische explosie doet zich voor als in een stof (mengsel) een snelverlopende exotherme chemische reactie optreedt (d.w.z. een reactie waarbij warmte vrijkomt). Een chemische explosie kan ontstaan door zelfopwarming van de betrokken stof (de zgn. thermische explosie), b.v. in graansilo’s. Als een brandbaar gasluchtmengsel b.v. door een vonk wordt ontstoken, dan ontstaat een zgn. heterogene explosie. Daarbij verplaatst de reactiezone (het verbrandingsfront) zich door het mengsel naar buiten toe. Bij de deflagratie is de verplaatsingssnelheid subsoon (lager dan de voortplantingssnelheid van het geluid). Bij de detonatie is de verplaatsingssnelheid supersoon (sneller dan het geluid).

Daarbij treden schokgolven op, die een tijdelijke drukverhoging in de atmosfeer veroorzaken. De hoogste waarde van deze drukverhoging noemt men de piekoverdruk; de duur van de overdrukperiode noemt men de positieve-faseduur. Na het bereiken van de piekoverdruk daalt de druk snel en treedt een periode met onderdruk op (de negatieve-faseduur).