Woordenboek van medische eponiemen

T.Beijer en C.G.L.Apeldoorn (1998)

Gepubliceerd op 17-06-2020

braidisme

betekenis & definitie

hypnotisme, genoemd naar James Braid (1795-1860), grondlegger van het wetenschappelijk hypnotisme.

Braid was aanvankelijk arts bij de mijnen te Leads-Hill in Lanarkshire, een graafschap in ZuidSchotland. Later vestigde hij zich in Manchester. Hij hield zich voornamelijk bezig met de chirurgie en de behandeling van zenuwziekten. Braid is vooral bekend geworden door de publikatie van zijn boek Neurhypnology, or the rationale ofnervous sleep, considered in relation with animal magnetism (1843), waarin hij de sceptische conclusies van de Franse commissie inzake het mesmerisme (zie daar) verder uitwerkte. Evenals de Fransen was Braid van mening dat Mesmers ‘dierlijke magnetisme’ niet bestond. Alle resultaten zouden op suggestie berusten.

Twee jaar voor de uitgave van zijn boek ontdekte Braid al dat door langdurig staren op een blinkend voorwerp een patiënt in een droomtoestand kan wegzakken. Hij noemde dit fenomeen ‘nerveuze slaap’ of hypnotisme. Al spoedig maakte hij van een dergelijke roes gebruik om zenuwlijders te genezen. Ook opereerde hij gehypnotiseerde patiënten, die in deze droomtoestand geen enkele pijnsensatie hadden.

Braids leer kreeg vooral in Frankrijk een geweldige aanhang. De Franse psychiaters Ambroise Auguste Liebault (1823-1904) en Hippolyte Bernheim (1837-1919), die zijn methode verder vervolmaakten, werden de voornaamste vertegenwoordigers van de school van Nancy, waarin hypnose een belangrijk onderdeel van de psychotherapie werd. De belangstelling verminderde echter snel, totdat de vermaarde Franse neuroloog en psychiater Jean Martin Charcot (1825-’93) de hypnose weer in ere herstelde. Braids leer heeft mede geleid tot het revolutionaire werk van Sigmund Freud.