Zet
m. (-ten), 1. het zetten ; — (in ’t bijz.) het verplaatsen van een stuk op het schaakbord : aan wie is de zett, wie moet zetten ? ; — fig., als iets moeilijks : dat zal een hele zet voor hem wezen, een moeilijk werk ; 2. een keer zetten, een enkele handeling van zetten ; in ’t bijz. bij het schaken : een ze...