Wat is de betekenis van boodschap?

2025-07-22
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Boodschap

v. (-pen). 1. het overbrengen van een tijding, verzoek enz. op last en ten behoeve van anderen, opdracht waarvoor men zich ergens heen moet begeven: iem. met een boodschap belasten; een lastige boodschap. 2. opdracht aan een ondergeschikte om iets over te brengen, te halen of te bestellen: boodschappen lopen, rijden, daarvoor rondlope...

2025-07-22
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

boodschap

1) (1964) (euf.) reclameboodschap (op radio of televisie of in de pers). Reclame stoot een groot deel van het publiek af. De verkorting klinkt minder agressief. In Amerika waar het fenomeen veel sterker ingeburgerd is, gebruikt men naast ‘message’ de eveneens verhullende omschrijvingen ‘intermission’ en ‘word from our...

2025-07-22
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

boodschap

boodschap - Zelfstandignaamwoord 1. overgebracht bericht Hartverscheurend en zielsnijdend is ‘Vurdular Bizi’, vertaald als They Shot Us. Het nummer opent met een geluidsfragment van de vredesdemonstratie van 10 oktober 2015 in Ankara. De menigte zingt een vredelievende boodschap die wordt overstemd d...

2025-07-22
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Boodschap

De blijde boodschap (ook met een of twee hoofdletters geschreven), het evangelie; bij uitbreiding, soms in ironie, ook gezegd van ander goed nieuws. Blijde boodschap is de letterlijke vertaling, via Latijn euangelium, van het Grieks euagellion, dat wij ook rechtstreeks als evangelie overgenomen hebben en dat verwijst naar het nieuws van de komst va...

2025-07-22
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

boodschap

boodschap - zelfstandig naamwoord uitspraak: bood-schap 1. mondelinge of schriftelijke informatie ♢ ik heb een boodschap voor je van Jan 1. daar heb ik geen boodschap aan [daar heb ik niets mee te...

2025-07-22
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

boodschap

Een kleine (grote) boodschap doen, nette uitdrukking voor pissen of poepen; zijn gevoeg doen. Vooral als kindertaal. Boodschap is hier het voorwendsel om zich te verwijderen. Het WNT citeert Arend Fokke Simonszoon (‘Boertige Reis door Europa’. 3de druk, 1826-1827). De uitdrukking wordt ook vermeld door Stoett. Kijk ook onder kleintje*. Vgl. Engels...

2025-07-22
Communicatie Handboek

Wil Michels (2001)

boodschap

Communicatie-inhoud die de zender aan de ontvanger wil overbrengen.

2025-07-22
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Boodschap

Boodschap - reclameboodschap op radio of televisie. Ischa Meijer voor, tijdens en na zijn talkshow I.S.C.H.A.: ‘Mijn programma voor u.’ ‘Wilt u kijken, alstublieft?’ ‘Na de broodnodige boodschappen ben ik weer terug.’ HP/De Tijd, 26-11-93

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-22
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Boodschap

een kleine - doen wateren. Een grote boodschap doen is ‘zijn behoefte doen’. Deze eufemistische, vaak ook schertsende, uitdr. worden voornamelijk gebruikt in de omgang met kinderen. In het plantsoentje zat een satanische kabouter met zijn duim te wijzen dat hij de weg wist, maar meer dan ‘een kleine boodschap’ wilde hij niet zeggen. (Yvonne Kroon...