Wat is de betekenis van Maria-Boodschap?

v., R.-K. feestdag (25 Maart) ter viering van de boodschap van de aartsengel Gabriël aan Maria.

Maria-Boodschap - Zelfstandignaamwoord 1. het hoogfeest ter gedachtenis van de aankondiging (annunciatie) van de geboorte van Jezus aan Maria. In de Orthodoxe en Katholieke Kerk valt deze feestdag op 25 maart, negen maanden voor Kerstmis Woordherkomst samenstelling van Maria(eigennaam) en boodschap(zelfstandig naamwoord) S...

Voor het geheim der Menschwording, zie ➝ Menschwording. Voor het Mariafeest, zie ➝ Mariafeesten (sub A). Voor iconographie, zie ➝ Annuntiatie.

(ma'ri:a) v. feestdag op 25 maart ter herinnering aan de „Blijde Boodschap” van de engel Gabriël aan Maria te Nazareth.

de feestelijke herdenking aan de „Blijde Boodschap” van den aartsengel Gabriël aan Maria te Nazareth, dat de Zaligmaker uit haar zou worden geboren; op 25 Maart gevierd. Hieraan herinneren ook de kerkel. hymnen (z.a.): „Ave Maria stella, wees gegroet o ster der zee”, „Alma Redemptoris, Verheven Moeder des Verlossers”, en het 3 malen daags gebeden „...

MARIA-BOODSCHAP, v. feestdag in de R.-K. kerk (25 Maart) ter viering van de herinnering aan de boodschap van den aartsengel Gabriël aan Maria; ...CONGRES, o. (-sen), (R.-K.) congres ter bevordering der Mariavereering, het eerst in Lyon in 1900 gehouden; ...DAG, m. (-en), (R.-K.) feestdag ter eere van Maria, waarop de voornaamste gebeurtenisse...

...