Max Huitema

bioloog/ecoloog, student watermanagement

Gepubliceerd op 05-02-2015

halotolerant organisme

betekenis & definitie

Een halotolerant of zouttolerant organisme kan zich aanpassen aan zowel hoge als lage zoutconcentraties.

Halotolerante soorten kunnen leven in zowel een zoute omgeving als in een omgeving met een lage zoutconcentratie. Een zoute omgeving is bijvoorbeeld de zee of zout grondwater en een omgeving met een lage zoutconcentratie is bijvoorbeeld zoetwater of grondwater zonder invloed van de zee. De zoutconcentraties waarbinnen een soort wel kan leven, zijn mede bepalend voor zijn verspreidingsgebied. Soorten die een lage zouttolerantie hebben, zijn daarom beperkt tot het leven in gebieden met een constante (lage of hoge) zoutconcentratie. Soorten met een grote zouttolerantie komen relatief weinig voor waardoor de flora en fauna van een zoetwater- en zoutwatersysteem er vaak erg verschillend uitzien.
Een grotere zouttolerantie kan een competitief voordeel opleveren ten op zichte van andere soorten. Een verandering van de zoutconcentratie in een gebied kan dan leiden tot het lokaal uitsterven van een soort. Een voorbeeld van een verandering is het afsluiten van de voormalige Zuiderzee door de Afsluitdijk wat heeft geleid tot het ontstaan van het IJsselmeer. Het IJsselmeer is langzaamaan zoeter geworden en de omliggende gebieden hebben geen invloed meer van de zee.
Als gevolg van klimaatverandering stijgt de zeespiegel en zal de invloed van zeewater in kustgebieden groter worden. Ook de invloed van zout grondwater zal toenemen en dit kan gevolgen hebben voor landbouwgewassen in deze gebieden. Deze gebieden worden minder geschikt voor de bepaalde gewassen; mogelijk kunnen er nog wel andere gewassen groeien of er moeten zouttolerantere varianten gekweekt worden.