Gepubliceerd op 31-03-2017

Zeil

betekenis & definitie

Zeil - met een vrouw onder zeil gaan: met haar trouwen.

Blaas eens een beetje in het zeil: help eens een handje. Het zeil gestreken hebben: gestorven zijn. Met een opgestreken zeil op iemand afkomen: boos. Met de zeilen tegen de mast liggen: in onmacht. Met de zeilen voor de mast liggen: klaar om te beginnen.