Blaas - rustpauze, onderbreking van het werk. Ook in de uitdr. blasie pikken: even rusten. Van tijd om even uit te blazen.
We nemen weer even een blaassie. . . - Sal Santen, Brand in Mokum (1977)
Tijd voor een blaassie is er niet, want de ploeg wil naar huis. - Nieuwe Revu span 3.5.1990