Gepubliceerd op 31-03-2017

Kist

betekenis & definitie

Kist - (mar.) op de kist zitten: aan boord blijven. Kan om twee redenen zijn: ofwel omdat men geen geld heeft, ofwel omdat men zijn geld wil sparen.

Van de kist gaan: uitgaan (in het geniep), stilletjes het schip verlaten om aan wal plezier te gaan maken.

Ook als ze in de peiling hadden dat een van hen stiekum van de kist was gegaan aan wal. . . - Jan Cremer, De Hunnen II (1984)