Boord

betekenis & definitie

Boord - door de kajuitsramen aan boord komen: chef worden zonder eerst als ondergeschikte gediend te hebben. Door de kluisgaten aan boord komen: alle rangen doorlopen door onderaan te beginnen. Het boord kwijtraken: zijn middel van bestaan verliezen. De riemen binnen boord leggen: het opgeven; ophouden met werken. Even overboord moeten: zijn behoefte doen. Man overboord (bij het kaartspel): wanneer een kaart valt. Over boord raken: zijn betrekking kwijtraken; het onderspit delven; dronken raken.