(Sanskriet) Lett. zwart. Een bij hindoes zeer populaire god - de achtste van de tien verschijningsvormen (avatars) van Vishnu - en het onderwerp van aanbidding van meerdere sekten (zie hare krishna).
Over zijn leven zijn veel zeer populaire verhalen in omloop. Die gaan vooral over zijn jeugd, waarin hij als ondeugend jongetje wonderen verrichtte en demonen versloeg en over zijn tijd als jonge herder, waarin hij met zijn betoverend fluitspel vrouwen verleidde tot dansen met hem in het woud. Hij is dan ook het meest afgebeeld als kind of als fluitspelende herder. Krishna is een van de hoofdpersonen van het oude Indiase epos Mahabharata. In een van de onderdelen daarvan, de Bhagavadgita, maakt Krishna in een dialoog met de held Arjuna duidelijk wat de ziel is en hoe men tot God kan komen. Voor vele hindoes bevat deze tekst dan ook de kern van hun geloof.