Term uit de psychologie (dieptepsychologie) en sociale psychologie. Het verlies van identiteitsgevoel gepaard met frustratie-toestanden.
Het gedrag heeft dan niet in zichzelf waarde, maar heeft slechts betekenis in het licht van abstracte, ver weg liggende doeleinden.
In marxistische zin komen die frustratie-toestanden voort uit de tweespalt tussen arbeidsinspanning en arbeidsresultaat. Bij Marcuse is zelfvervreemding het gevolg van technologische vooruitgang en rationaliteit waarin het individu geen ontplooiing en satisfactie (bevrediging) kan vinden.