Ook: lofdicht. Een gedicht waarin gevoelens van bewondering voor iets of iemand worden uitgedrukt, meestal op tamelijk plechtige toon. Oden werden o.a. geschreven door Pindarus (ca.518-ca.440 v.C.), Horatius (65-8 v.C.), Pierre de Ronsard (1524-1585) en John Keats (1795-1821).
Bij ons werd in de moderne tijd het genre beoefend door C. Buddingh’ (1918-1985) in Het houdt op met zachtjes regenen (1976). De beroemdste ode uit de wereldliteratuur is waarschijnlijk "An die Freude" (1785) van Friedrich von Schiller, die Beethoven gebruikte voor het slotkoor van zijn Negende symfonie (‘Alle Menschen werden Brüder...’)