Antilliaans romancier (1922-2007). Willem Cornelis Jacobus van Leeuwen werd op Curaçao geboren in een milieu van blank-protestants origine. Toen hij veertien jaar oud was vertrok hij met zijn moeder, broer en zus naar Den Haag waar hij het gymnasium volgde. Tien jaar later keerde hij naar zijn geboorteland terug, waar hij zijn in Nederland begonnen rechtenstudie afrondde en een functie aanvaardde bij de Shell.
Met zijn eerste prozawerk De rots der struikeling (1960) vestigde hij zijn naam als romancier. Het boek beschrijft een zwervende figuur die op zoek is naar God in een sfeer van bederf en verval. Zijn volgende romans Een vreemdeling op aarde (1963) en De eerste Adam (1966) zijn op dezelfde leest geschoeid, maar nu met een anti-kolonialistische ondertoon. De personages worstelen vaak met de spanning tussen christelijke waarden en modern leven. Zijn roman Het teken van Jona (1989) kreeg een lovende pers. Het boek beschrijft het aftakelingsproces van een oude schrijver op een Latijns-Amerikaans eiland. Uit zijn laatste verhalenbundel De taal van de aarde (1997) “spreekt een even grote liefde voor Tolstoy en Dostojevski als voor García Márquez” (Elsbeth Etty).