Artistieke figuren die er anders uitzien en zich anders gedragen dan de doorsnee mensen; individualisten die zich niet willen conformeren aan de regels van de maatschappij en vaak een tamelijk ‘onmaatschappelijk’ leven leiden: rusteloos zwerven, drankmisbruik, liefdesaffaires, armoede, experimenten met drugs.
Het type ontstond in de Romantiek en nog steeds hebben veel mensen automatisch dit beeld voor ogen bij het begrip ‘kunstenaar’.
Vaak uit het bohémiengedrag zich als decadentisme (drank, drugs, losbandigheid) en dandyisme (overdreven verfijning, zelfs aanstellerij). Typische decadenten waren de Franse poètes maudits (gedoemde dichters) uit het symbolisme: Charles Baudelaire (1821-1867), Paul Verlaine (1844-1898) en Arthur Rimbaud (1854-1891). Een beroemd dandy was de Engelse schrijver Oscar Wilde (1854-1900); in Nederland waren Lodewijk van Deyssel (1864-1952) en Louis Couperus (1863-1923) dandies. Verwante figuren zijn de Duitse en Oostenrijkse dichters Stefan George (1868-1933) en Hugo von Hofmannsthal (1874-1929).
