Gepubliceerd op 30-07-2017

Tsjaad

betekenis & definitie

Republiek in Noord-Afrika; sinds 11 augustus 1960 onafhankelijk

Tsjaad stond van de elfde tot de negentiende eeuw onder invloed van de Arabieren. In 1900 maakten Franse troepen een einde aan de heerschappij van Sudanese krijgsheren over Tsjaad. Frankrijk kreeg het land pas vijftien jaar later volledig onder controle. Tsjaad was een onderdeel van Frans-Equatoriaal-Afrika, en werd in 1922 een aparte kolonie. In 1940 was Tsjaad de eerste Franse kolonie die zich vóór de Vrije Fransen verklaarde. Op 28 november 1958 kreeg het land zelfbestuur binnen de Franse Unie. Tsjaad werd op 11 augustus 1960 onafhankelijk.

President van de nieuwe staat werd François Tombalbaye, de leider van de enige politieke partij, de Parti Progressiste Tchadien (PPT, Tsjadische Progressieve Partij). De regering bestond uit vertegenwoordigers van de christelijke en animistische zwarte bevolking uit het zuiden en het westen van het land. Daardoor brak in 1965 een door Libië gesteunde opstand van de islamitische Arabieren in het noorden uit, die in 1972 werd onderdrukt. In de loop van de jaren zeventig kwam het land in grote moeilijkheden door de extreme droogte in de Sahelzone.

In 1975 werd Tombalbaye bij een coup gedood. Het leger installeerde een regering van militairen en burgers. In 1979 brak er in Tsjaad een burgeroorlog uit tussen noordelijke opstandelingen en het leger. De voormalige rebellenleider Hissène Habré kwam in 1982 met Sudanese en Amerikaanse steun als overwinnaar uit de strijd. Vijf jaar later had hij na veel strijd geheel Tsjaad onder controle, en hadden de Libische troepen zich terug moeten trekken.

Op 1 december 1990 ontvluchtten de bloeddorstige Habré en zijn regering de hoofdstad Ndjadamena. Het dertigduizend man sterke leger van Habré had in een campagne van drie weken een gevoelige nederlaag geleden tegen ongeveer tweeduizend rebellen van de Patriottische Reddingsbeweging (Mouvement Patriotique du Salut, MPS) van de voormalige stafchef kolonel Idriss Déby. Déby stelde zichzelf als president aan het hoofd van een voorlopige Staatsraad. Hij beloofde de bevolking een democratisch bestuur. In 1991 werden enkele oppositiepartijen toegelaten. Een Nationale Conferentie bepaalde in het voorjaar van 1993, dat president Déby tot er meerpartijenverkiezingen waren gehouden als staatshoofd en opperbevelhebber zou aanblijven. De overgangsperiode zou ingaan op 9 april 1993 en een jaar duren. In 1994 en 1995 werd die periode echter steeds met een jaar verlengd. Intussen waren er vredesakkoorden met de diverse rebellenbewegingen gesloten.

< >