Gepubliceerd op 13-06-2017

Saudi-Arabië

betekenis & definitie

Een koninkrijk op het Arabisch schiereiland; sinds 20 mei 1927 onafhankelijk.

In 1902 begon Abdoel Aziz III ibn Saud aan zijn machtspositie in Arabië te bouwen door het heroveren van Riyad, dat in 1891 door de Rashieden was veroverd. Binnen enkele jaren had hij de controle over de helft van het Arabisch schiereiland. In 1913 verdreef hij de Turken uit Oost-Arabië. Op 26 december 1915 sloot Abdoel Aziz III ibn Saud een vriendschapsverdrag met de Britten. Na de Eerste Wereldoorlog zette hij zijn veroveringen voort, en verdreef in 1924 koning Hoessein ibn Ali uit de Hejaz, het westelijk deel van Arabië. In 1925 liet Abdoel Aziz III ibn Saud zich tot koning uitroepen. Op 20 mei 1927 erkende Groot-Brittannië de onafhankelijkheid van de gebieden die de Saudische koning bestuurde. Op 22 september 1932 voltooide hij zijn veroveringen en riep het koninkrijk Saudi-Arabië uit. In 1934, na een oorlog tegen (Noord-)Jemen, erkenden Groot-Brittannië en Abdoel Aziz III ibn Saud die staat. De Jemenitische provincie Asir kwam aan Saudi-Arabië.

Tot de ontdekking in 1936 van enorme olievoorraden was Saudi-Arabië een arm land dat economisch vooral dreef op de pelgrimages van moslims naar de heilige steden Mekka en Medina. In 1938 werd de eerste olie geëxporteerd. De oliewinning was in handen van de Amerikaanse firma Standard Oil of California, die in 1944 werd omgevormd tot de Arabia American Oil Company (ARAMCO, Arabisch-Amerikaanse Oliemaatschappij). Saudi-Arabië bleek over de grootste oliereserves ter wereld te beschikken.

Na de dood van koning Abdoel Aziz III ibn Saud in 1953 volgde zijn zoon Abdoel Aziz ibn Saud hem op. De nieuwe koning voerde een pro-westerse politiek; hij wees het revolutionaire panarabisme af en steunde de Arabische monarchieën. Hij wilde zijn land moderniseren, zonder de beginselen van de islam prijs te geven.



Saudi-Arabië was binnen de Organization of Petroleum Exporting Countries (OPEC, Organisatie van Aardolie Exporterende Landen) de leidende mogendheid. Tijdens de eerste oliecrisis in 1973 speelden de Saudi's een belangrijke rol bij het inzetten van olie als politiek wapen. De banden van Saudi-Arabië met het Westen werden daarna echter steeds beter, zeker nadat in 1979 in Iran de fundamentalistische ayatollah Khomeini aan de macht was gekomen. De betrekkingen met Iran verslechterden nog meer, toen in 1987 in Mekka ernstige rellen uitbraken tijdens de jaarlijkse bedevaart van miljoenen moslims. In de islamitische heiligdommen kwamen meer dan vierhonderd sjiïetische bedevaartgangers om het leven en raakten er ongeveer zeshonderdvijftig gewond, de meesten afkomstig uit Iran.

Ook in de tweede Golf-oorlog (1991) koos het Saudi-Arabië van koning Fahd (sinds 1982) de zijde van het Westen. Saudi-Arabië voelde zich bedreigd door de agressie van de Iraakse dictator Saddam Hoessein. In Saudi-Arabië werd een grote internationale troepenmacht verzameld die Koeweit bevrijdde en Irak versloeg. Daarna bleef Saudi-Arabië in de politiek van het Midden-Oosten een matigende rol spelen, terwijl het land zich eveneens inzette voor een evenwichtige ontwikkeling van de olieprijs.