Gepubliceerd op 29-06-2020

Maatschappij van Weldadigheid

betekenis & definitie

In 1818 opgerichte maatschappij die landbouwkoloniën exploiteerde in het grensgebied van Friesland, Overijssel en Drenthe. De eerste voorzitter was prins Frederik, zoon van koning Willem I, naar wie de kolonie Frederiksoord is vernoemd.

Andere koloniën heetten Willemsoord, naar zijn broer de Prins van Oranje, en Wilhelminaoord, naar zijn moeder.Generaal Johannes graaf van den Bosch bedacht in 1818 dat de grote armoede die in de Nederlandse steden heerste, verlicht zou kunnen worden door armen onder te brengen in nieuw te bouwen koloniën op nog te ontginnen gronden, waar ze onder een streng regime opgeleid zouden worden tot landbouwers. Kost, inwoning en onderwijs waren gratis. Na een aantal jaren hard werken en goed gedrag konden de kolonisten onafhankelijke boeren worden en het geleerde in praktijk brengen. Koning Willem I ondersteunde het plan; zijn zoon Frederik werd beschermheer en de eerste voorzitter. Binnen een paar maanden hadden zich 17.000 betalende leden aangemeld bij de daartoe opgerichte Maatschappij van Weldadigheid. Hetzelfde jaar nog werd in de zuidwesthoek van Drenthe het landgoed Westerbeeksloot aangekocht.

Daar werden 53 huisjes gebouwd en kwamen de eerste 100 volwassenen en 230 kinderen wonen. Na een uitbreiding kreeg het in 1819 de naam Frederiksoord. Al snel werden in de buurt de ‘vrije’ koloniën Willemsoord (1820) en Wilhelminaoord (1821) gebouwd. Later stichtte de Maatschappij twee gestichten speciaal voor bedelaars en landlopers: Ommerschans en Veenhuizen. Prins Frederik was voorzitter van de Maatschappij van 1818 tot 1856. In 1859 werden de koloniën rijksinstellingen, maar dat weerhield de Oranjes er niet van de regelmatig door misoogsten in financiële nood verkerende Maatschappij financieel te blijven ondersteunen.

Zowel prins Frederik als koning Willem I hebben enkele keren uit eigen middelen geld voorgeschoten. In 1864 probeerde de Maatschappij het tij te keren door grotere hoeven te bouwen. Door een vorstelijke gift verrees in Frederiksoord Hoeve Koning Willem III en in Wilhelminaoord Hoeve De Dankbaarheid. Deze werd in 1883 omgedoopt tot Hoeve Prinses Marianne, toen na haar dood duidelijk werd dat zij de anonieme gulle gever was. De koloniën werden regelmatig bezocht door koning Willem I, de latere koning Willem II en prins Frederik.

Aan het begin van de 21e eeuw beheert de Maatschappij van Weldadigheid circa 1400 hectare cultuur- en bosgrond. Men heeft 65 panden in bezit. In Frederiksoord is Museum De Koloniehof gevestigd, dat een beeld geeft van het leven in de koloniën.