Lexicon van de Psychologie

N. Sillamy (1965)

Gepubliceerd op 22-02-2023

MONTESSORI, Maria

betekenis & definitie

(1870-1952). Italiaans psychiater en pedagoge.

Nadat ze haar doctoraal in de medicijnen gedaan had (1896), bezocht ze de universiteiten van Londen en Parijs, volgde colleges filosofie en → experimentele psychologie en gaf zelf vrije colleges pedagogische → antropologie aan de universiteit van Rome en op het Pedagogisch studiecentrum dat ze te Perugia gecreëerd ha.:. Geïnspireerd door het werk vau Seguin en Fröbel, ontwierp ze een opvoedkundige methode welke op de zintuiglijke ontwikkeling van het kind gebaseerd is (een steeds duidelijker differentiatie der waarnemingen (gezicht, tast, gehoor, enz.). Ze gebruikt zeer veel leermiddelen die prettig zijn en aangepast aan het kind; dit materiaal bevordert vrije, individuele activiteiten, waardoor het kind zijn zich ontwikkelend → ‘ik’ versterkt. Bij het gebruik van dit materiaal zou echter te veel methodisme te pas komen. In talrijke werken vinden we de principes van de Montessorimethode uitgewerkt; de voornaamste zijn : De Methode Montessori (1916), Zelfopvoeding (1922), Het kind (1935). → Doeschool, Gevoelige periode, Spel.