(Grieks: mnème = geheugen), oriëntatie veroorzaakt door een → prikkel, welke blijft bestaan als de oorzaak verdwenen is. Een dier schijnt in zijn → geheugen de hoek welke de as van zijn lichaam vormt en de richting der lichtstralen (als de prikkel het licht is) te kunnen bewaren en deze herinnering te kunnen gebruiken om zich te
oriënteren. Zo kan men bijv. de terugkeer van mieren naar hun nest verklaren.