periode die loopt van het zesde jaar tot de → puberteit en waarin de seksuele drang ingedamd lijkt. Onder invloed van culturele factoren werpt het kind dammen op tegen zijn libidinale neigingen (in morele zin) en manifesteert het vooral intellectuele en sociale interessen (het zit op school).
Deze tijdelijke latentie, die in onze maatschappij gewoon is, bestaat niet overal. → Lévi Strauss, die de Nambikwara-Indianen in Brazilië bestudeerde, zegt dat de kinderen zich daar zonder schaamte, evenals de ouderen, overgeven aan de geoorloofde liefdesspelen en dat de volwassen dit geamuseerd aanzien. In onze beschaving komen ook wel individuen voor, die tussen 6 en 14 jaar geen seksuele rust kennen. Over het algemeen zijn dit mensen die opvoedkundig of → affectief tekort gekomen zijn of wier seksuele gevoelens door ouderen zijn opgewekt. → Libido.
