Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Willem Lodewijk

betekenis & definitie

Willem Lodewijk (bijnaam: Fri. Us Heit, onze vader), graaf van Nassau-Dillenburg (1606-1620), *13.3.1560 Siegen, +31.5.1620 Leeuwarden.

Willem Lodewijk was de oudste zoon van Jan VI van Nassau-Dillenburg (Jan de Oude). Hij ging met zijn vader in 1577 naar de Nederlanden, trad in 1579 in dienst van Willem van Oranje als officier van de ruiterij en streed vanaf 1580 in Friesland tegen de Spanjaarden. In 1583 werd hij luitenant-gouverneur van Friesland en in 1584 stadhouder-gouverneur en → kapitein-generaal. Hij trouwde op 25.11.1587 met zijn nicht Anna, dochter van Willem van Oranje, die reeds op 13.6.1588 overleed. Met zijn neef, stadhouder prins Maurits, was Willem Lodewijk de schepper van het Staatse leger en nam deel aan de veldtochten van 1590-1594. Na de inneming van Groningen werd hij stadhouder van Groningen (1595) en Drenthe (1596). Hij richtte de universiteiten van Franeker (1585) en Groningen (1614) op. Tijdens het → Twaalfjarig Bestand (1609-1621) schaarde hij zich aan de zijde van de → contraremonstranten. Hij drong bij Maurits aan op krachtig optreden, maar wilde na de nederlaag van de → remonstrantenOldenbarnevelt niet al te bestraffen. Willem Lodewijk droeg veel bij tot de protestantisering van Groningen, Friesland en Drenthe door het onderdrukken van het rooms-katholieke geloofsleven.