Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Raad van State

betekenis & definitie

Raad van State, 1. Op 1.10.1531 door → Karel V opgericht.

De Raad van State behoorde met de → Raad van Financiën en de → Geheime Raad tot de drie → Collaterale Raden. Deze Raden stonden de vorst of de landvoogd in de Nederlanden terzijde. De Raad van State, bestaande uit hoge edelen en geestelijken, moest een adviserend lichaam zijn, maar was in feite een ereraad die zelden vergaderde en door wiens adviezen de vorst of landvoogd niet gebonden was. Vooral de hoge adel was ontevreden over deze situatie, maar zijn klachten vonden geen gehoor. Toen bij de dood van → Requesens (1576) de Nederlanden zonder landvoogd waren, kreeg de Raad van State tijdelijk het hoogste gezag in handen, maar kon wegens de troebelen niet optreden. De Staten-Generaal werden toen door de Staten van Brabant bijeengeroepen en goedgekeurd door de Raad van State, die nu alle gezag had verloren.

2. In de Noordelijke Nederlanden werd spoedig na de dood van Willem van Oranje (1584) een Raad van State ingesteld voor het bestuur van de generaliteit. Weldra was echter niet dit lichaam, waarin de invloed van de → Gewestelijke Staten minder groot was dan in de Staten-Generaal, maar de Staten-Generaal de regering van de Republiek der Verenigde Nederlanden geworden. Onder de Engelse landvoogd → Leicester kregen drie Engelsen zitting in de Raad van State, later twee en vervolgens, tot 1627 één, namelijk de Engelse gezant. De Raad van State bestond verder volgens een instructie van 1588 uit de stadhouders van de provincies (gewesten) en uit twaalf leden, afgevaardigd door de gewesten, die echter niet gehouden waren tot ruggespraak met de Staten van het gewest dat hen had gecommitteerd. Iedere afgevaardigde bracht één stem uit. Beslissingen werden bij meerderheid van de aanwezige stemmen genomen. Bovendien moesten de leden een eed afleggen slechts de belangen van de generaliteit te zullen behartigen. De voornaamste bevoegdheden, die de Raad van State ten slotte overhield waren: het toezicht op de grensvestingen; het jaarlijks opmaken van de Generale Petitie, een begroting van voor de generaliteit benodigde uitgaven, voornamelijk voor militaire doeleinden; de rechtspraak over delicten die met de oorlogvoering verband hielden, zoals correspondentie met de vijand en verraad en tevens de rechtspraak over alle generaliteitsambtenaren. De Raad van State werd in 1795, aan het begin van de → Franse tijd, opgeheven. In de grondwet van 1806, waarbij de monarchie werd ingevoerd, trad een staatsraad op als adviserend lichaam voor de kroon.
3. In de Zuidelijke Nederlanden bleef de Raad van State bestaan, maar had slechts in de jaren 1718 1725 betekenis; de Geheime Raad had de meeste bevoegdheden en taken naar zich toe getrokken.

In die jaren werd een weinig succesvolle poging gedaan de functies van de drie Collaterale Raden in de Raad van State te verenigen.

4. In het Koninkrijk der Nederlanden werd sedert de gewijzigde grondwet van 1815 de Raad van State als een geheel nieuw college adviseur van de Kroon, dat wil zeggen van de Koning persoonlijk. Sinds de grondwetswijziging van 1848 is de Raad adviseur van de regering. Hij moet gehoord worden over alle wetsvoorstellen, algemene maatregelen van bestuur en sommige Koninklijke Besluiten; de Koning is voorzitter en benoemt de leden; de kroonprins heeft na zijn achttiende jaar van rechtswege zitting. De afdeling van de Raad van State voor de geschillen van bestuur, ook wel afdeling Contentieux genoemd, is belast met adviserende bevoegdheid ten aanzien van geschillen van publiekrechtelijke aard, waarin aan de regering als administratieve rechter de beslissing toekomt. Gewoonlijk pleegt dit advies te worden gevolgd; de Kroon kan echter `contrair' gaan. Bij de wet van 1.5.1975 is aan de wet op de Raad van State een hoofdstuk toegevoegd, dat voorschriften bevat voor de afdeling Rechtspraak, een nieuwe afdeling, belast met de administratieve rechtspraak. In de laatst bedoelde gevallen beslist deze afdeling zelf. De Raad van State neemt in een aantal in de grondwet genoemde gevallen het koninklijk gezag waar.
5. In België werd de Raad in 1946 weer opgericht.

Zijn taken bestaan uit het adviseren over wetsvoorstellen en het in individuele gevallen corrigeren van overheidsmaatregelen.