Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Nederrijnse grafheuvelcultuur

betekenis & definitie

Nederrijnse grafheuvelcultuur (ook wel Niederrheinische Grabhügel Kultur), archeologische cultuur uit de Late Bronstijd (→ Bronstijd) en Vroege IJzertijd (→ IJzertijd), circa 1000-550 v.Chr. Het verspreidingsgebied was globaal Midden- en Zuid-Nederland en het aangrenzende Belgische gebied met de zuidgrens iets beneden de rivier de Demer.

Kenmerkend voor het grafritueel zijn urnenvelden, dat wil zeggen crematiegrafvelden waarin de as van de dode in een aardewerken pot (urn) werd bijgezet, doorgaans onder een grafheuvel. Deze grafheuvels zijn vaak omgeven door greppels met afgerond rechthoekige of ronde vormen. Een aantal van deze graven onderscheidt zich door de relatief grote grafheuvels en de rijke grafinventarissen, afwisselend bestaand uit onder andere bronzen en ijzeren zwaarden, bronzen situlae of emmers, bronzen ketels en paardetuig. Deze zogenoemde vorstengraven zijn vooral langs de Maas gevonden. De huizen zijn meestal drieschepig en vaak korter dan vijftien meter. In vergelijking met de huizen uit de Midden-Bronstijd is veel minder plaats ingeruimd voor een stalgedeelte. Akkerbouw (→ Celtic fields) en veeteelt (mogelijk met de nadruk op schapen- en varkensteelt) waren de belangrijkste middelen van bestaan.