Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Frankische Rijk

betekenis & definitie

Frankische Rijk, rijk dat aan het eind van de 5e eeuw ontstond uit de vereniging van verschillende stammen van de → Franken. De stammen woonden in het gebied tussen Rijn en Noordzee en wisten hun territorium uit te breiden ten koste van andere Germaanse stammen, Kelten en Romeinen.

In 486 veroverde → Chlodovech I uit het geslacht van de → Merovingen het gebied tussen Loire en Seine op de Romeinse generaal Syagrius, waardoor hij een van de machtigste Germaanse heersers in het Westen werd. Hij liet zich, meer om politieke dan om godsdienstige redenen, tot christen bekeren en maakte daarmee de weg vrij voor missioneringswerk onder zijn volk. De Frankische koningen beschouwden hun veroverd gebied als particulier bezit dat onder de mannelijke nakomelingen moest worden verdeeld. Hierdoor werden hun bezittingen versnipperd. In de 6e eeuw bestond het rijk uit drie delen: Austrasië (het Frankische stamland aan beide kanten van de Rijn), Neustrië (tussen Loire en Schelde) en Bourgondië (tussen Rhône en Saône). Gedurende de laatste eeuw van het Merovingische tijdperk nam de macht van de koningen zienderogen af. Door intriges en slecht bestuur verschoof de macht binnen het verdeelde rijk naar enkele edelen en het hoofd van de hofhouding, de → hofmeier. Een van hen, → Pippijn II van Herstal, was hofmeier aan het Austrasische hof. Hij beëindigde de voortdurende oorlogen tussen Austrasië en Neustrië door de annexatie (687) van het laatste gebied, waar hij Theoderik III als schaduwkoning installeerde; de ware macht berustte echter bij hemzelf. Tot zijn dood in 714 was hij bestuurder over het hele koninkrijk van de Franken. Pippijn werd opgevolgd door zijn buitenechtelijke zoon → Karel Martel. Karel werd in 741 op zijn beurt opgevolgd door zijn zoons → Pippijn III (de Korte) en Karloman. De eenheid van het rijk bleef in stand doordat Karloman in een klooster werd ondergebracht. Pippijn liet de laatste Merovingische vorst Chilperik III eveneens in een klooster opsluiten (751), waarna hij zich door de paus tot koning liet zalven. Vanaf dat moment kreeg het koningschap een sacraal karakter. Na Pippijns dood in 768 volgden zijn zoons → Karel (de Grote) en Karloman hem op. Karloman stierf echter reeds drie jaar later en Karel de Grote trok alle macht naar zich toe ten koste van Karlomans jonge zoon. Hij werd in 800 in Rome tot keizer gekroond. Onder zijn bestuur bereikte het Frankische Rijk op politiek en cultureel gebied zijn hoogtepunt. Karel maakte gebruik van feodale verhoudingen om zijn macht te verstevigen (→ feodalisme). Hij maakte de graven, die de → gouwen bestuurden, tot zijn → vazallen door ze een eed van trouw af te laten leggen en zo aan zich te binden. Hiervoor was een sterk centraal bestuur nodig. Na Karels dood in 814 wist zijn zoon → Lodewijk de Vrome slechts met moeite de rijkseenheid te bewaren. Lodewijks zoons Lotharius I, Lodewijk de Duitser en Karel de Kale, zagen zich genoodzaakt het gebied te verdelen. Volgens het Verdrag van → Verdun (843) kreeg Lodewijk de Duitser het oostelijk rijksdeel, Karel de Kale het westen en Lotharius I, die tevens de keizerstitel verwierf, het Middenrijk dat zich uitstrekte van Friesland tot Italië. Uit dit rijk ontwikkelden zich de koninkrijken → Bourgondië, Lotharingen en Italië. Uit het Westfrankische en Oostfrankische Rijk ontstonden respectievelijk Frankrijk en Duitsland.