Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Buitenpoorter

betekenis & definitie

Buitenpoorter (ook: landpoorter, hagepoorter), benaming voor een burger die niet blijvend in een stad vertoefde. Het voordeel voor steden om buitenpoorters te tolereren was dat de invloedssfeer van de stad buiten haar territoir werd vergroot.

De buitenpoorters waren op hun beurt verplicht voor hun stad krijgsdienst te vervullen en er elk jaar een bepaalde tijd te verblijven. Voordelen van het buitenpoorterschap waren onder andere: tol- en schotvrijdom (→ schot) en vrijstelling van de rechtspraak van de heer. De landsheren beijverden zich daarom de landpoorterij aan banden te leggen.