Lexicon Energiemarkt

Jean-Paul Pinon (2003)

Gepubliceerd op 13-09-2021

X-factor

betekenis & definitie

Een korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering.

Synoniem: efficiencykorting.

De x-factor vormt het centrale element in de ‘CPI–X’ regulering. Dit stelsel van regulering houdt in dat de (maximum).tarieven voor periode t worden afgeleid uit die voor de periode t–1 door de tarieven van periode t–1 enerzijds te verhogen met de wijziging van de consumentenprijsindex (CPI ; een maat voor de inflatie)., maar anderzijds te verlagen met een doelmatigheidskorting (x). De impliciete aanname achter dit systeem is dat er bij de gereguleerde bedrijven efficiencywinst te behalen valt; de ‘x’ moet de bedrijven prikkelen om die efficiencyverbetering ook werkelijk te realiseren. De jaarlijkse toename met ‘CPI’ reflecteert de exogene kostenstijgingen waarmee bedrijven geconfronteerd worden. Het systeem van ‘CPI–X’ ’ is afgekeken van de liberalisering van de elektriciteitssector in Engeland en Wales.

Een voordeel van dit systeem is dat het eenvoudig is: als ‘CPI’ en ‘x’ bekend zijn, kunnen de nieuwe tarieven zonder veel moeite uitgerekend worden. Een zwak punt is echter de vaststelling van de ‘x’: zonder een diepgravend onderzoek naar de mogelijke efficiencywinsten blijft de vaststelling van de ‘x’ arbitrair. Zo’n diepgravend efficiency-onderzoek ontneemt nu evenwel weer de eenvoud aan het systeem. Ook brengt het ‘CPI–X’ ’ systeem het gevaar met zich mee dat de prikkel om kosten te reduceren leidt tot onderinvesteringen door de gereguleerde elektriciteitsbedrijven.

Hieronder zullen de x-factoren uit de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet besproken worden. In de praktijk zijn vragen gerezen of de x-factoren

a). uniform moeten zijn (voor alle gereguleerde bedrijven hetzelfde). of per bedrijf kunnen verschillen;
b). voor langere periode moeten vastliggen; en
c). één kortingsgetal moeten zijn of samengesteld kunnen zijn.

Deze aspecten zullen steeds aangestipt worden.

Zie ook: CPI–X, F: regulering.

[elektriciteit]

De ‘x-factor’ komt tweemaal voor in de Elektriciteitswet 1998.

In artikel 41, eerste lid, Elektriciteitswet 1998, het artikel dat de vaststelling van de netbeheertarieven regelt, is de x-factor ‘de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering door netbeheerders’. Deze korting wordt, na overleg met de gezamenlijke netbeheerders en met representatieve organisaties van partijen op de elektriciteitsmarkt, vastgesteld door de directeur van de DTe, voor een periode van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar (artikel 41, tweede en derde lid, Elektriciteitswet 1998).

Deze korting is enkelvoudig, en ze moet voor minstens drie jaar worden vastgesteld. Verder had de wetgever voorzien dat er (alleen). verschil kon zijn tussen de korting voor de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet enerzijds en de korting voor de overige netbeheerders anderzijds (binnen deze groep moest de korting wel uniform zijn). De directeur van de DTe heeft in de praktijk echter een voor elke netbeheerder verschillende x-factor vastgesteld. In zijn uitspraak van 13 november 2002 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven geoordeeld dat de per netbeheerder verschillende kortingen in strijd zijn met het in de wet bepaalde (te vinden op www.rechtspraak.nl,.LJN-nr.: AF0508, Zaaknr.: AWB 01/841, 01/847 tot en met 853, 01/955 en 01/956). Overigens had de regering al na de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven over de x-factor voor elektriciteitslevering (zie hieronder). een voorstel gedaan om in artikel 41 uitdrukkelijk te bepalen dat voor iedere netbeheerder een afzonderlijke korting kan worden vastgesteld (TK 2001-2002, 28 174, nr. 8, pp. 2-3). Dit zou de praktijk van de directeur van de DTe met terugwerkende kracht een wettelijke basis geven.

In artikel 58, eerste lid, onderdeel b, Elektriciteitswet 1998, het artikel dat de vaststelling van de tarieven voor levering van elektriciteit aan beschermde afnemers regelt, is de x-factor ‘de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering door vergunninghouders voor zover het betreft de inkoop van elektriciteit en de diensten met betrekking tot de levering van elektriciteit’. Deze korting wordt, na overleg met de vergunninghouders en met representatieve organisaties van beschermde afnemers, vastgesteld door de minister van economische zaken, voor een periode van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar, met dien verstande dat hij de korting ten hoogste vier maal per kalenderjaar kan bijstellen indien de feitelijke ontwikkeling van het prijsniveau van de inkoop van elektriciteit op het deel van de markt dat wordt gevormd door de afnemers, niet zijnde beschermde afnemers, daartoe aanleiding geeft (artikel 58, tweede en derde lid, Elektriciteitswet 1998).

De door de minister vastgestelde efficiencykortingen voor de leveringstarieven voor elektriciteit zijn aan de orde gekomen in de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 6 februari 2002 (te vinden op www.rechtspraak.nl, LJN-nr.: AD 9309, zaaknr.: AWB 01/623). Het College oordeelde dat de x-factor uit artikel 58, eerste lid, Elektriciteitswet 1998 voor alle vergunninghouders gelijk moet zijn (uniform)., een enkelvoudig kortingsgetal (en geen tweeledig kortingssysteem)., en in beginsel voor minstens drie jaar vastgesteld moet worden (en niet standaard per kwartaal gewijzigd). Dit betekende dat de door de minister in eerste instantie vastgestelde efficiencykortingen voor elektriciteitslevering in strijd waren met de wet. Inmiddels heeft de minister een nieuw besluit genomen: het tweede herziene besluit op bezwaar x-factor levering elektriciteit (Staatscourant 27 juni 2002, nr. 120, p. 10.)., waarbij voor de jaren 2001-2003 de korting voor levering van elektriciteit aan beschermde afnemers wordt vastgesteld op 10%. Tevens heeft de minister een beleidsregel uitgevaardigd (‘Beleidsregels artikel 58, eerste lid, Elektriciteitswet 1998’, Staatscourant 27 juni 2002, nr. 120, p. 10). Volgens deze beleidsregel kan de minister een tariefbodem instellen waaronder de tarieven van een vergunninghouder niet kunnen zakken.

Indien door het toepassen van de efficiencykorting van 10% de nieuwe tarieven onder die bodem dalen, zal die bodem als tarief moeten gelden en niet de berekende, lagere tarieven. Het is overigens hoogst twijfelachtig of deze beleidsregels niet in strijd zijn met de tekst van artikel 58 Elektriciteitswet 1998.

Zie ook: aansluittarief, D: leveringstarief, D: systeemdiensttarief, D: transporttarief.

[gas]

De ‘x-factor’ komt tweemaal voor in de Gaswet.

In artikel 26, tweede lid, onderdeel b, Gaswet, het artikel dat de vaststelling van de tarieven voor levering van gas aan beschermde afnemers regelt, is de x-factor ‘de korting ter bevordering van een doelmatige bedrijfsvoering door vergunninghouders waaronder begrepen hun diensten met betrekking tot de levering van gas’. Deze korting wordt, na overleg met de vergunninghouders en met representatieve organisaties van beschermde afnemers, vastgesteld door de minister van economische zaken, voor een periode van ten minste drie en ten hoogste vijf jaar (artikel 26, derde en vierde lid, Gaswet).

De tariefformule in artikel 26 Gaswet is zodanig dat de inkoopprijs van het gas buiten de werking van de factor (CPI–X). gehouden is. De x-factor is hier dan ook een enkelvoudige korting (alleen voor de doelmatigheid van de diensten rond levering). Volgens artikel 26 Gaswet wordt ze voor minstens drie jaar vastgesteld, maar aangezien de laatste groep beschermde afnemers op 1 januari 2004 vrij wordt, is de korting slechts van toepassing in 2002 en 2003. De korting is verder bedoeld uniform te zijn. De directeur van de DTe had, gemandateerd door de minister, deze korting voor alle vergunninghouders eerst vastgesteld op CPI (Staatscourant. 30 augustus 2001, nr. 167, p. 37)., maar later heeft de directeur-generaal van de NMa op bezwaar, namens de minister, besloten de factor xt zoals bedoeld in artikel 26 Gaswet vast te stellen op 3,1% voor de jaren 2002 en 2003 (besluit d.d. 18 september 2002, nr. 100637/87).

In artikel 80, eerste lid, Gaswet, het artikel dat de vaststelling van de tarieven voor het transport van gas en de daarmee noodzakelijkerwijs verbonden diensten voor beschermde afnemers en na 1 januari 2004 voor ‘kleinverbruikers’ regelt, is de x-factor ‘de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering door netbeheerders’. Deze korting wordt, na overleg met de gezamenlijke netbeheerders en met representatieve organisaties van partijen op de gasmarkt, vastgesteld door de minister van economische zaken, voor een periode van ten minste één en ten hoogste twee jaar (artikel 80, tweede en derde lid, Gaswet).

Dit artikel 80 Gaswet is pas in een laat stadium via een amendement in de Gaswet gekomen. Over het precieze karakter van deze x-factor is in de parlementaire geschiedenis dus niet veel te vinden. Toch lijkt het waarschijnlijk dat hier, net als bij elektriciteitsnetbeheer, een uniforme, enkelvoudige korting is beoogd. De termijn waarvoor ze wordt vastgesteld is echter één tot twee jaar. In de praktijk heeft de directeur van de DTe echter een per netbeheerder verschillende korting vastgesteld. Na de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (zie hierboven onder [elektriciteit]). over de x-factor voor elektriciteitslevering heeft de regering dan ook een voorstel gedaan om in artikel 41 uitdrukkelijk te bepalen dat voor iedere netbeheerder een afzonderlijke korting kan worden vastgesteld (TK 2001-2002, 28 174, nr. 8, pp. 2-3). Dit zou de praktijk van de directeur van de DTe met terugwerkende kracht een wettelijke basis geven.

Zie ook: leveringstarief, D: transporttarief.