Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Gepubliceerd op 11-06-2020

Zonnebad

betekenis & definitie

komt alleen in aanmerking bij bijzondere indicaties. Meestal gaat het om slechts een gedeeltelijke bestraling, waarbij de overige lichaamsdelen zijn afgedekt.

Hoofd, nek en ogen beschermen met lichte hoed, doeken en bril, om zonnesteek te voorkomen. Op tegen de wind beschutte plek, in de zomer zo mogelijk ’s morgens voordat de temperatuur van de lucht te hoog geworden is. Vooral de voorjaarszon vereist dat men voorzichtig in etappes te werk gaat. Zonnebehandeling moet afgewisseld worden met afkoeling door de schaduw op te zoeken; afwisselend rust en beweging, afhankelijk van jaargetijde en temperatuur. Op deze manier kan men het z. uitbouwen tot vele uren per dag. Men laat het aanvankelijk met minuten oplopen en controleert of dit verdragen wordt.

Ook tot zonnebestraling van het gehele lichaam komt men via opgevoerde gedeeltelijke bestraling. Reeds in de oudheid werden z. gebruikt voor medische doeleinden. De toepassing ervan is echter niet algemeen gebleven. Een Zwitserse fabrikant, de „zonnedokter” Arnold Rikli (18231906) heeft het z. systematisch en natuurgeneeskundig uitgebouwd en gecombineerd met water- en dieetbehandelingen. De werkzame behandeling met zon in het hooggebergte van beender-, gewrichts- en kliertuberculose gaat terug op de Zwitserse artsen Bernhard St. Moritz en Rollier Leysin.

Prof. Bier Berlijn, heeft aangetoond, dat ook in het vlakke land van Duitsland de bestralingsverhoudingen zodanig zijn, dat men er soortgelijke resultaten kan boeken als in het hooggebergte. Bestralingsschema volgens Rollier: lste dag: voeten en onderbenen bestralen aan voor- en achterkant, elk 5-10 minuten.2de dag: voeten, onder- en bovenbenen, idem. 3de dag: benen, voor- en achterzijde en buik, steeds 10 minuten.
4de dag: benen, buik, rug, steeds 10 minuten. 5de dag: gehele lichaam, voor- en rugzijde, elk 10-15 minuten. Langzaam de bestralingstijd tot een uur verlengen. Bij tuberculose nog voorzichtiger te werk gaan en zich richten op de lichamelijke reactie.

Behalve de uitwendige behandeling met zonlicht speelt in de natuurgeneeskunde ook de inwendige behandeling met zonne-energie een rol, via de omweg van de plantaardige rauwkost. Wanneer de plant groeit wordt er zonlichtenergie in opgeslagen en door de plant als voedingsmiddel te gebruiken maakt men deze energie weer vrij. Deze in de rauwkost vrijkomende zonlichtenergie speelt een belangrijke rol in de stofwisseling en verklaart volgens Schlickeysen en Bircher-Benner de hoge voedings- en genezingswaarde van rauwkost, die dan ook aangeduid kan worden als zonlichtvoeding.

< >