ziekteverwekker die niet met de gewone microscoop zichtbaar gemaakt kan worden en door bacteriedichte filters heendringt. Bestaat uit een kern van nucleïnezuur, omgeven door proteïne.
Pas in het gastorganisme vindt een virus de levensomstandigheden voor zijn groei. Er zijn meer dan 400 ziekteverwekkende soorten. Wratten, verkoudheid, griep, mazelen, rode hond en waarschijnlijk ook bepaalde vormen van kanker worden door v. veroorzaakt. Er bestaat geen middel tegen v. Het lichaam vormt antilichamen en interferon dat de cellen in de omgeving van de infectie bezet en tegen uitbreiding van de ziekte beschermt.