Lexicon der Natuurgeneeskunde

Ernst Meyer Camberg (1981).

Gepubliceerd op 11-06-2020

Koorts

betekenis & definitie

verhoging van de eigen warmte van het lichaam op basis van een ziekelijke verandering van de algehele toestand. De lichaamswarmte van de mens bedraagt gemiddeld 37° en schommelt ’s morgens en ’s middags binnen bepaalde grenzen.

De morgentemperatuur ligt lager dan de avondtemperatuur. De warmtebron ligt in de stofwisseling. Hoogste normale grens bij meting in de oksel 37°, bij meting in mond of aars 37,5°. Bij het beoordelen van de koorts komt het niet alleen op de hoogte (lichte, middelmatige of hoge koorts), maar ook op het verloop aan. Er is een bestendige k., die altijd op ongeveer gelijke hoogte blijft, regelmatig terugkerende k. (remitterende k.), waarbij aanzienlijke verschillen bestaan tussen morgen- en avondtemperatuur, en tijdelijke (intermitterende) of onderbroken koorts, waarbij koortsperioden afgewisseld worden met perioden met normale temperatuur. Wanneer de temperatuur in de loop van een ziekte snel weer naar normaal zakt zonder weer op te lopen, spreken wij van een kritieke koortsaanval (crisis); daalt ze echter geleidelijk in de loop van een paar dagen, dan spreekt men van oplossen van de koorts (lysis). Uit het koortsverloop kan een ervaren arts gegevens krijgen over de eraan ten grondslag liggende ziekte.

In de natuurgeneeswijze beschouwt men k. als een geneesproces van de natuur. Op deze genezende k. berust de werking van verwarmende baden, pakkingen, kunstmatige opgewekte k. door infectie met malariaplasmodia of bacteriën, korte golf, enz. De k. moet daarom door de natuurarts gadegeslagen, geleid en ondersteund worden en naar een genezingbrengende crisis of lysis geleid worden. Wanneer de k. door koortswerende middelen afgebroken wordt, bestaat het gevaar, dat het natuurlijke afweer- en genezingsproces uitgeschakeld wordt voor het voltooid is. De natuurgeneeswijze ondersteunt daarom de k. en tracht de gehele ziektetoestand geconcentreerd tot een intensieve crisis op te voeren.Bij chronische k. ligt dat anders. Hier blijkt dat het lichaam uit zichzelf niet in staat is d.m.v. het koortsmechanisme de ziekte meester te worden. Ook hier kan men trachten door ondersteuning van de koortsverwekking een toestand te creëren, die het lichaam zelf niet tot stand kon brengen door de inwendige situatie, hoewel het dat wel geprobeerd heeft. Wanneer dit niet gebeurt kan de langer durende k. het lichaam onnodig afzwakken. Hier mag en moet men door afleiden zinvol ingrijpen. Koortspatiënten horen in bed en moeten al hun krachten bundelen om de ziekte te lijf te gaan. Wat de voeding betreft: ontlasten door vasten, sap- en fruitdagen. Verse sappen verzekeren de toevoer van vitaminen en aanvullende stoffen, wat belangrijk is voor het genezingsproces.

Tegelijkertijd wordt door de toevoer van vloeistoffen het verlies door zweten weer aangevuld. Na de koortsperiode of bij te lang voortduren daarvan, moet men overgaan op vegetarisch voedsel, later op voedsel dat rijk is aan melkeiwit, om geen eiwitverlies te laten ontstaan. De natuurgeneeswijze geeft bij k. nooit vlees. Rillende koorts-patiénten krijgen een oplopend zitbad 35-40° met hete thee of sap, daarop aansluitend droge pakking met warme kruiken in de zijden en aan de voeten of, wanneer het bad niet uitvoerbaar is, hooibloemenhemd, hele wikkel of wikkel om onderlijf met heet water en warme kruiken, als boven gedurende 1 tot 2 uur. Na het zweten afwassen (20°) en met droge, voorgewarmde onderkleding laten nadampen. Afhankelijk van de kracht van de patiënt 1 à 2 maal daags.

Bij koortsrillingen nooit koude of lauwe behandelingen! Koortswarme, niet rillende patiënten worden 3 maal daags tot ieder uur of half uur snel afgewassen met 20% wijnazijnwater van 15-20°; niet afdrogen en in bed laten nadampen. Wassingen van het hele lichaam of delen daarvan komen in aanmerking, eventueel afwisselend. Dagelijks koel lavement om de darm te reinigen. Bij optreden van zweet pas na het wegtrekken van deze reactie verdergaan met de behandeling. Mondverzorging door spoelen met theeaftreksels of Heilerdeoplossingen en tanden poetsen. Biochemie: Ferrum phosphoricum D6, Kalium phosphoricum D6, Kalium chloratum D6, Kalium sulfuricum D6, Natrium muriaticum D6.