(tetanus): wanneer tetanussporen of -bacillen met aarde in wonden komen, kunnen zich onder in de weer dichtgegroeide wond vergiften ontwikkelen, die langs de zenuwbanen naar het ruggemerg trekken en zich daar vastzetten. 6-14 dagen na de infectie treden krampen op, dikwijls eerst in de spieren van de onderkaak, later in de spieren van nek en romp. In aanvallen optredende stijve kramp in verschillende spierpartijen.
Oorlogsverwondingen, wonden die in contact geweest zijn met tuinaarde of met aarde op de rijweg, (paardemest) neigen sterk tot tetanus. Behandeling: vuile wonden moeten uitgesneden worden (wondtoilet) en er moet een antitetanusinjectie gegeven worden. Wanneer tetanussymptomen zich hebben voorgedaan: hete hooibloemenhemden, azijnwaterwassingen voor het gehele lichaam, om het half uur, tot meer zweet afgescheiden wordt. Wonden omwikkelen met een zakje waarin geweekte potentilla anserina (zilverschoon) of thee van dit kruid is aanbevelenswaardig.