de zonnestraling in het hooggebergte is biologisch werkzamer dan de in diepere lagen door damp-, nevel- en stoflagen opgezogen (geabsorbeerde) straling van de zon. Ultraviolette straling en bijzondere electrische oplading (aran) zijn kenmerkend voor de h.
Snelle roodkleuring, vorming van blaasjes, sterke bruining van de huid, stimulering van de stofwisseling en beïnvloeding van het levenszenuwstelsel zijn de gevolgen van een dergelijke sterke instraling. De biologische inwerking op de huid is ingrijpend en intensief. Een patiënt moet men, om schadelijke effecten te voorkomen, geleidelijk aan laten wennen aan langere en meer uitgebreide h. bestraling door de grootte van het bestraalde lichaamsoppervlak langzamerhand te vergroten. Bij bepaalde constituties en bij veel chronische ziekten is uiterste voorzichtigheid geboden om het proces niet aan te wakkeren en te verergeren. Hetzelfde geldt voor kunstmatige h., waarvan de straling wordt opgewekt door kwikdamplampen. Bij beender- en gewrichtstuberculose is de zonnebehandeling met natuurlijke h. bijzonder weldadig en men moet deze in ieder geval eerst proberen; ook bij vele vormen van huidtuberculose. Bij andere vormen speciaal longtuberculose moet deze methode vooral niet toegepast worden. De h. behandeling komt wel in aanmerking bij rachitis, kinkhoest, vele huidziekten, verkoudheden, zekere vormen van nerveuze prikkelbaarheid.