De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Z

betekenis & definitie

zes en twintigste en laatste letter van het alphabet, ontleend aan Semietische zain, waarnaar Gr. zêta (uitgespr. dz), in Rome ingeburgerd met de overneming van veel Gr. bastaardwoorden. Als getalwaarde (Hebr.) 90, (Gr.) 7 of 7000, (Lat.) soms 2000, (Got.) 7.

Afkort.:Z, zuid;

Z.B(r), Zuiderbreedte;
Z.D., Zijne Doorluchtigheid;
Z.D.H., Zijne Doorluchtige Hoogwaardigheid;
Z.E. of Z.E.D., Zijne Edelheid;
Z.E(m)., Zijne Eminentie;
Z.Exc., Zijne Excellentie;
Z.H., Zijne Hoogheid (of Heiligheid);
Z.H.E., Zijne Hoogwaardige Excellentie;
z.i., zijns inziens;
Z.K.H., Zijne Koninklijke (of Keizerlijke) Hoogheid;
Z.M., Zijne Majesteit;

Zn (scheik.), Zink;

Z.O., Zuidoosten;
z.o.(z.), zie ommezijde;

Zr, (scheik.), Zirconium;

Z.W., Zuidwesten;
Z.Z.O., Zuid-zuidoosten;
Z.Z. W ., Zuidzuidwesten.