De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Uilen

betekenis & definitie

(1), (Striges), behoren tot de Scharrelaarvogels. Slank lichaam, vol vederkleed.

Ogen omgeven door een krans van veren, zgn. sluier. Nachtdieren, die overdag zeer slecht zien. Gehoor buitengewoon scherp. Vlucht geruisloos. Voedsel: kleine vogels, muizen, ratten; de onverteerbare delen worden als zgn. uileballen uitgebraakt. Nesten in holle bomen, torens, rotsspleten enz.

Kerkuilen en Oehoes (Ransuil*, Steenuiltje). Oehoe of grote Ooruil, in Ned. nooit waargenomen, bemachtigt zelfs grotere zoogdieren als lammeren enz.;(2) (Noctuidae), fam. van nachtvlinders met eigenaardige tekening op de voorvleugels. Vele soorten zijn als rups schadelijk voor de gewassen. Tot de U. behoren ook de Beerrupsvlinder en de beruchte Nonvlinder; verder het Rode en Blauwe weeskind, de Gamma-U. en vele andere.