De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Gepubliceerd op 13-06-2020

Theologie

betekenis & definitie

(Gr. godgeleerdheid), naar Kath. opvatting de op goddelijke openbaring berustende wetenschap, die God en het geschapene in zijn betrekking tot God tot voorwerp heeft. Onderscheiden worden de fundamentele T., welke de redelijkheid van het geloof in de openbaringsfeiten bedoelt aan te tonen, en de dogmatische T., die de geloofswaarheden, door de kerk te geloven voorgesteld, beschouwt.

De practiscke T. houdt zich bezig o.a. met moraal, ascese, mystiek en kerkel. recht. Overeenkomstig de gevolgde methode onderscheidt men de positieve T., die uit de bronnen der openbaring de geloofswaarheden vaststelt en de speculatieve T., welke de geloofswaarheden, wijsgerig doordenkt en systematiseert.Naar Prot. opvatting is de T. in engere zin de leer aangaande God en Zijn heilswerk, in haar ruimste betekenis het geheel van wetenschappen, die in het alg. de godsdienst, in het bijz. het chr. geloof tot object hebben. In dit verband worden onderscheiden de systematische T. (geloofs- en zedeleer, wijsbegeerte van de godsdienst), de historische T. (Bijbelwetenschappen, kerk- en dogmengeschiedenis, geschiedenis der godsdiensten) en de practiscke T. (vnl. homiletiek, catechetiek en liturgiek).