constructies van metselwerk of beton, vroeger en voor tijdelijk werk van hout, zijn een kering of scheiding tussen het water, dat aan weerszijden op ongelijke hoogte staat, met het doel om desgewenst water of schepen door te laten of voor beide doeleinden.
Af-, uitwaterings- of suatie-S. dienen tot afvoer van water uit het afwaterend gebied. Als beweegbare kering dient een deur of een stel deuren, die open gaan, zodra het buitenwater daalt beneden het binnenwater en zich weer sluiten, wanneer het daarboven rijst.
In- en uitlaat- of ontlast-S. moeten bij ongelijk water in werking kunnen worden gesteld. Als beweegbare kering kunnen dienen schuiven en waaier- of segmentdeuren.
Inundatie- en irrigatie-S. dienen voor aanvoer van inundatieresp. irrigatiewater en moeten dus ook bij ongelijk water geopend kunnen worden.
Dam-S. zijn sluizen in een inundatiegebied en dienen om dit te beperken; zij staan daarom in de regel open.
Keer-S. hebben soortgelijke betekenis en dienen om te hoge of te lage waterstanden te voorkomen.
Een spui-S. heeft tot taak om de achterliggende spuikom na het vollopen tijdens de vloed af te sluiten en door plotselinge opening omstreeks laagwater het water krachtig te laten uitstromen tot wegspoeling van in de haven bezonken slib.
Schut-S. dienen om vaartuigen van een watervlak van bepaalde hoogte naar een watervlak van een andere hoogte over te brengen.
