(1500-1558), kardinaal en pausel. legaat in Engeland. Verklaarde zich tegen de echtscheidingsplannen van Hendrik VIII, vluchtte naar het Continent, ontving te Rome, ofschoon geen priester, de kardinaalshoed en nam deel aan het Concilie van Trente.
Onder Maria I Tudor (de Bloedige) keerde hij als pauselijk legaat naar Engeland terug, werd aartsbisschop van Canterbury en ontving 1557 de priester- en bisschopswijding. Werd te Rome valselijk van ketterij beschuldigd. Hendrik VIII koelde zijn wraak tegen de voortvluchtige Pole op diens moeder en zijn eigen bloedverwante Margaretha (1473—1541) door haar op 68-jarige leeftijd zonder verhoor te laten onthoofden. Zij werd 1886 zalig verklaard. Feestdag 28 Mei.