Allard (1831-1896), Ned. Prot. theoloog, wijsgeer en aestheticus.
Aanvankelijk Waals predikant, aanhanger der moderne richting. Later, agnosticus geworden, hoogl. te Amsterdam, waar hij o.m. aesthetiek en kunstgesch. doceerde. Hoofdwerken: Het Roomsch-Katholicisme tot het concilie van Trente, Geestelijke voorouders.Hendrik (1834-1923), Herv. predikant, broeder van Allard. Maakte zich naam op chr.-philanthropisch gebied, vooral als directeur der Heldring-gestichten te Zetten, die hij aanzienlijk uitbreidde. Dichter der Vluchtheuvelzangen.
Nicolaas G. (1839-1909), Ned. econoom en staatsman. 1885 President der Ned. Bank, 1891-1894 min. van Financiën; bracht toen een wet op de vermogensbelasting (1892) en Bedrijfsbel. (1893) en schafte de Patentbelasting af. 1897-1901 eerste min. (het kabinet P.-Borgesius, het ministerie van „Sociale rechtvaardigheid”, dat o.a. de Ongevallenwet-1901 bracht). Schreef o.a. „Leerboek der Staathuishoudkunde”.