Wat is de betekenis van agnosticus?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

agnosticus

persoon. iemand die het niet mogelijk acht om het bestaan of niet-bestaan van een hogere macht aan te tonen; iemand die erkent niet te weten of God bestaat. Voorbeelden: Als wetenschapper moet ik een agnosticus zijn, want ik kan niet verklaren hoe ik tot dit zijn ben gekomen en waardoor ik het ervaar. Milo Anstadt, Alles wat het g...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

agnosticus

agnosticus - Zelfstandignaamwoord 1. (religie) iemand die ten aanzien van het bovennatuurlijke stelt dat dit niet te kennen valt Hij is van agnosticus een fanatiek moslim geworden. Woordherkomst afgeleid van agnost met het achtervoegsel -icus Synoniemen agnost

2024-04-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Agnosticus

aanhanger van het agnosticisme.

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Agnosticus

(agnost) aanhanger van het agnosticisme

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Agnosticus

aanhanger van het agnosticisme.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Agnosticus

m. (.. ci), aanhanger van het agnosticisme.

2024-04-27
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

agnosticus

(Lat.), m. niet-weter; aanhanger van de leer dat de mens het ware wezen van God en de dingen niet kan kennen.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

agnosticus

(’nostikus) m. (. .ci) (spreek : si) aanhanger van het agnosticisme.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Agnosticus

m. Gr., niet-weter, die verklaart dat het wezen der dingen niet door den mensch begrepen kan worden.